Revit is een intelligent programma, alleen moet je als Revit modelleur die intelligentie wel benutten. Dit blog geeft je 5 Revit tips en trucs om meer uit dit programma te halen.

1. Maak Families

Een Revit model bestaat uit een samenstelling van families. Wanden, vloeren, kozijnen, alle onderdelen zijn families. Als je zelf onderdelen toevoegt, doe je er verstandig aan om hier aparte families van te maken. De verleiding is groot om met zogenaamde inplace models te werken, alleen kun je er bijna niets mee. Dat is niet de bedoeling. Families kun je voorzien van parameters en opnieuw gebruiken in andere projecten. Deze lift bestaat uit een x-aantal nested families. Het frame, de deur en de cabine zijn aparte families die samengevoegd zijn in één grote family, die je vervolgens inlaadt in je project.

2. Detailleer óók in Revit

Er zijn veel bureaus die ervoor kiezen om te blijven detailleren in AutoCad. Voordeel is dat je niet opnieuw een bibliotheek hoeft op te bouwen. Een van de belangrijkste Revit tips die ik je kan geven is het in één pakket te houden van 2D en 3D tekenwerk. Simpelweg omdat de voordelen hiervan niet opwegen tegen dat ene bibliotheek-nadeel. Om te beginnen hoef je niets te exporteren / importeren als onderlegger, en weet je zeker dat alles up-to-date is in je tekenwerk. Fouten worden direct zichtbaar en je hoogtemaatvoering klopt altijd doordat je in 3D werkt. Detailleren in Revit is niets anders dan detailstempeltjes te plaatsen op grof uitgewerkte onderdelen uit je model, en zorgen dat de instellingen van je arcering goed staan in je detail-template. Dit detail komt uit Revit:

3. Tags

Je zult dus een bibliotheek moeten aanleggen met detail componenten. Je ziet soms ook dat er veel met filled regions wordt gewerkt, maar die hebben geen intelligentie. Detail items hebben dat wel. Zo kun je een omschrijving in het component opnemen, en deze uitlezen met een tag. Zo’n tag is veel sneller gezet dan steeds dat stukje tekst. En mocht de omschrijving wijzigen, hoef je maar op één plek je aanpassing door te voeren. Het plaatsen van teksten is niet alleen in 2D details niet meer van toepassing, ook in je 3D model kun je op dezelfde manier eigenschappen toekennen en uitlezen met tags. Kozijnmerken, brandwerendheid en bijvoorbeeld ruimtenummers zijn zaken die al in het model opgenomen te zijn. Je hoeft er alleen een stickertje op te plakken. De tag.

4. Gebruik je rooms optimaal

De intelligentie van Revit komt ook tot uiting als je rooms maakt, je hoeft er alleen wat parameters in te stoppen. Aan een room kun je allerlei aanvullende eigenschappen toekennen, zoals het type vloer-, plafond- en wandafwerking, de gebruiksfunctie, bezetting, bouwbesluit benaming, brandcompartiment waar de ruimte onderdeel van is, etc. Het gevolg is dat je nu heel makkelijk overzichten kunt maken op de genoemde eigenschappen, door schedules en / of plattegronden met een legend. Als de ruimte wijzigt, dan heb je meteen je overzichten up-to-date. Zo hebben wij dit overzicht van de brandcompartimenten gemaakt:

5. Revit Hatchbuilder

Als laatste van de 5 Revit tips kan ik je de hatchbuilder aanbevelen.  Hiermee kun je zelf arceringen maken door een referentievakje in te vullen die zich vervolgens eindeloos herhaalt in je arceervlak. Heel handig voor metselverbanden, maar ook om indelingen voor systeemplafonds mee te maken. Hier zie je hoe we systeemplafonds met lijnverlichting hebben ingedeeld.

• Volgende Post
• Vorige Post