BIM in de praktijk: het toepassen van BIM

BIM in de praktijk

Jaarlijks vindt de BIM praktijkdag plaats in Utrecht. Wat dit congres onderscheidt van de andere BIM-congressen, is dat deze praktijkgericht is. Dus niet de theorie hoe goed het allemaal zou kunnen werken, maar de praktijk hoe het écht (niet) werkt. Met name verheug ik me op de anekdotes, en natuurlijk de lessen die geleerd zijn. In dit artikel een inkijkje in mijn eigen praktijksituatie.

Online Platform

Momenteel werk ik voor een groot architectenbureau aan de nieuwbouw van een bankgebouw. We werken intensief samen met de constructeur, aannemer, opdrachtgever en haar adviseurs. Via een online platform wisselen we gegevens uit, waaronder onze BIM modellen. Ik moet zeggen dat zo’n centrale administratie perfect werkt, zolang er een overzichtelijke mappenstructuur is opgezet. En dat is hier het geval.

Gelinkte modellen

Er is voor gekozen om met gelinkte modellen te werken, zodat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen model en er een duidelijke demarcatie aanwezig is. Tweewekelijks wisselen we de modellen weer uit, en dan maar hopen dat onze opmerkingen verwerkt zijn. Want je bent als architect bijvoorbeeld erg afhankelijk van de constructeur, dit externe model is onderdeel van jouw tekenwerk. Het komt zelfs voor dat wij moeten sleutelen in een constructiemodel om de zaken kloppend te krijgen in ons tekenwerk.

Installatiemodel

Na goed voorbereidend werk van de adviseur installaties, wordt de installateur geacht het modelleerstokje over te nemen. Alleen in dit project kan hij, om wat voor reden dan ook, niet goed meekomen in het modelleerproces. En dat terwijl Revit MEP een prima programma is om mee te werken, mits je een goede bibliotheek tot je beschikking hebt.

Nu ontbreekt er waardevolle informatie in het model. Een gemiste kans, want geheid dat er in het werk sparingen geboord moeten worden of de installatie knel komt te zitten in het systeemplafond. Eigenlijk de ‘oldschool’ installatieproblemen dus. Uiteindelijk zal er wel een installatiemodel komen, maar dat is dan zo ongeveer een revisiestuk…

BIM Uitvoeringsmodel

Er ligt nu een goed bouwkundig / constructief uitvoeringsmodel, wat prima op elkaar is afgestemd. Om daar te komen, is de aannemer betrokken geweest bij het proces van DO naar bestek. Je zou dus verwachten dat er dan geen open eindjes meer in het plan zitten, omdat je er gezamenlijk maanden mee bezig bent. Maar in de praktijk ben je al blij dat de strakke planning gehaald wordt met de uitwerking van dit lastige architectonische huzarenstukje. Het gevolg is dat er witte vlekken in het plan ontstaan, die in uitvoeringsfase tot discussies leiden. Je zou meer tijd moeten nemen om het gebouw “vast te pinnen”, zodat openstaande zaken goed uitgezocht kunnen worden. De voorbereiding van de uitvoeringsfase kan dan korter, waardoor de overall planning gelijk blijft. Belangrijkste is dat je met elkaar precies weet wat je gaat bouwen, en voor welke prijs.

BIM Assemblagemodel

In dit project wordt het uitvoeringsmodel gebruikt als basis voor het assemblagemodel. Dit assemblagemodel wordt gebouwd, niet het uitvoeringsmodel van de adviseurs. Zoals je in het verleden van leverancierstekeningen bouwde, zo bouw je nu van leveranciersmodellen. Het assemblagemodel bestaat dan uit de ruwbouw van de constructeur van de aannemer, de kozijnen van de leverancier, en alle andere leveranciersonderdelen.

Ik vrees alleen dat dit niet sluitend te krijgen is zolang de werkvoorbereiding van de aannemer niet zelf mee modelleert. Wat doe je bijvoorbeeld met isolatie? Trek je de hoeveelheden uit het uitvoeringsmodel en controleer je dit handmatig? Of modelleer je nog een keer de isolatie in het assemblagemodel?

Kalkzandsteen is nog zo’n voorbeeld. Dit wordt nu letterlijk vanuit het uitvoeringsmodel besteld. Niet echt consequent, lijkt mij. De leverancier van het kalkzandsteen zou zijn wanden eigenlijk in het assemblagemodel moeten modelleren. Of desnoods doet de aannemer dit zelf.

Communicatie met opdrachtgever

Hoeveel informatie we ook in het model stoppen, de opdrachtgever is niet thuis in deze BIM materie. Daarom is de output nog altijd 2D en wordt er formeel in 2D gecommuniceerd en gecontroleerd. De 3D modellen worden gebruikt als hulpmiddel, niet als hoofdmiddel. Het zou wel mooi zijn als de informatie die je hebt uit het model, beter communiceerbaar wordt met opdrachtgevers die doorgaans niet met BIM programmatuur werken.

Dat besef begint nu door te dringen tot de markt. Onlangs kreeg ik een kartonnetje in mijn hand gedrukt met een smartphone erin, een VR-bril (Virtual Reality). Door de kartonnen houder zag je een 360 graden impressie van het gebouw op de smartphone, die meedraaide als je je bewoog. Zo leek het net alsof je je in de virtuele ruimte bevond. De Oculus Rift bril is al een stuk geavanceerder: hiermee kun je al door het gebouw lopen. Een mooie ontwikkeling, die zeker terug zal komen op de BIM praktijkdag.

Mentaliteit

Wat me eigenlijk nog het meest opvalt in het hele BIM proces, is dat de klassieke verhoudingen tussen bouwende partijen onverminderd blijven bestaan. Of liever gezegd: men valt vaak terug naar de oude rol die hij altijd al had in het bouwproces. Ondanks het feit dat je nu als bouwteam veel intensiever samenwerkt.

De omslag naar BIM is niet alleen een verandering van werkwijze, maar vooral ook een mentaliteitskwestie. Dat laatste is misschien nog wel de grootste uitdaging…